Digitale munten uitgegeven door centrale banken
26 november 2023 door Mark Scholliers
1. Papier is geen goud (meer)
Tot augustus 1971, toen de Amerikaanse president Richard Nixon de koppeling van de Amerikaanse dollar met fysiek goud verbrak, waren bankbiljetten rechtstreeks (USD) dan wel onrechtstreeks (andere valuta’s moesten eerst in USD worden omgezet) omwisselbaar in fysiek goud. Weliswaar was die mogelijkheid voorbehouden aan nationale overheden, maar de gewone burger wist dat ieder bankbiljet de dekking genoot van de goudvoorraad van de centrale bank. Een biljet was bijgevolg meer waard dan het papier waarop het was gedrukt.
De beslissing van president Nixon om de omwisselbaarheid van biljetten in fysiek goud te beëindigen, was het begin van het monetaire tijdperk waarin we nu leven, het tijdperk van het ‘fiatgeld’. Bankbiljetten bestaan nog altijd en centrale banken zoals de ECB beschikken nog steeds over een voorraad fysiek goud, maar de koppeling tussen beide is weggevallen. Bovendien betreffen bankbiljetten slechts een klein deel van de passiva van de ECB; het overgrote deel ervan betreft allerlei schulden aan financiële instellingen. Beide ‒ bankbiljetten1 en schulden ‒ worden voor ongeveer 20% gedekt door fysiek goud en voor 80% door allerlei waardepapier uitgegeven door EU-overheden -en banken.2 De kwaliteit van dit waardepapier gaat van uitstekend (bv. Luxemburgse overheidsobligaties), over vrij goed (bv. Duitse) tot zwak (bv. Griekse). Met andere woorden, de dekking van de verplichtingen van de ECB, is niet zonder risico’s. Maar tot nog toe is dat voor niemand een probleem. De reden is het grote vertrouwen van de burger in de euro. Dit vertrouwen steunt niet alleen op het feit dat de eenheidsmunt het enige wettelijke betaalmiddel is, maar ook op het dienstenaanbod van de overheid o.m. op het vlak van onderwijs, ziekenzorg en pensioenen. Zonder fiatgeld, zonder belastingen, zou deze omvangrijke dienstverlening niet mogelijk zijn.3 Valt dit vertrouwen om de een of andere reden weg (economische chaos, oorlog…), dan verliest de fiatmunt zijn aantrekkingskracht. Een vlucht naar een stabiel beoordeelde munt zoals de Amerikaanse dollar of naar edelmetalen treedt dan op. Landen als Argentinië en Oekraïne hebben dit ondervonden en ondervinden dit.
2. Terug naar de goudstandaard?
De statutaire hoofdtaak van o.m. de ECB is het realiseren van prijsstabiliteit. Hiertoe wijzigt ze de rente en zet ze indien nodig onconventioneel monetair beleid in, zijnde ultralage tot negatieve rentevoeten en het vergroten van haar balans. Opdat die instrumenten effectief zouden zijn, moet de centrale bank de volledige controle hebben over het fiatgeld dat in haar land of regio dienst doet als wettig betaalmiddel. Van zodra fiatgeld concurrentie van ander geld ondervindt, komt het monopolie van de centrale bank in het gedrang met als mogelijk gevolg een problematische toepassing van het monetair beleid. Om deze reden zullen cryptomunten zoals de Bitcoin nooit als betaalmiddel op grote schaal worden geduld (d.w.z. erkend worden als wettig betaalmiddel); de overheid zal niet toelaten dat één van de machtigste instrumenten waarover ze beschikt (fiatgeld), zal worden vervangen door iets waarover ze weinig tot geen controle heeft. In punt 3 komen we hierop terug.
Net als de andere grote centrale banken, faalt de ECB in haar basisopdracht van het realiseren van prijsstabiliteit. Om dit aan te tonen, hoeven we niet te verwijzen naar de catastrofale inflatieopstoot van midden 2021. Het volstaat de definitie van prijsstabiliteit die de ECB hanteert (een gemiddelde jaarlijkse inflatiestijging van 2%) op lange termijn toe te passen. Zouden de prijzen gemiddeld met 2% per jaar stijgen, dan daalt de koopkracht van één euro met iets meer dan 48% over 20 jaar. Dit is uiteraard geen prijsstabiliteit, maar het accepteren en institutionaliseren van een constante afbrokkeling van de koopkracht.
Om die sluipende geldontwaarding tegen te gaan, pleiten sommigen voor de herinvoering van de goudstandaard. Een mogelijke herintroductie heeft ingrijpende gevolgen. Afhankelijk van hoe men die nieuwe goudstandaard definieert (bv. goud moet minstens x% vertegenwoordigen van de geldvoorraad in de ruimste zin), zal de goudprijs ‒ gelet op de actuele verhouding tussen de geldhoeveelheid in omloop en het monetaire goud in het bezit van de centrale banken ‒ sterk stijgen tot exploderen. Het goudbezit van centrale banken is echter uitermate ongelijk verdeeld. Zo zijn er die geen goud bezitten (bv. de Canadese centrale bank), terwijl andere centrale banken (die van o.m. China, India en Rusland) hun goudvoorraad gestaag aanvullen.4
Het voorgaande maakt duidelijk dat de herinvoering van de goudstandaard slechts mogelijk is indien dat wereldwijd en op hetzelfde ogenblik gebeurt. Het is waarschijnlijk dat centrale banken die over weinig of geen goud beschikken grote tegenstand tegenover dit initiatief zullen betonen: om hun geldvoorraad door goud af te dekken (weze het zelfs maar ten belope van een fractie ervan), zouden ze verplicht worden tegen sterk verhoogde fiatprijzen een grote voorraad van het edelmetaal aan te kopen.
Daarnaast leidt het overschakelen van een geldstelsel gebaseerd op fiatgeld naar een op fysiek goud tot een totale ommekeer op het vlak van het toekennen van krediet: de kredietverlening wordt tenslotte functie van het goudbezit van de centrale bank. Zelfs indien de monetaire goudprijs op een zeer hoog niveau zou worden vastgelegd, dan betekent dit dat het aangaan van nieuwe schulden sterk zal worden beperkt: de nieuwe monetaire discipline leidt hiertoe. Immers, de geldvoorraad kan maar stijgen in de mate dat extra fysiek monetair goud beschikbaar komt. De aanpassing aan dit nieuwe regime zal wellicht resulteren in een jarenlange economische krimp, een wereldwijde depressie. Tenslotte is de geopolitieke situatie in 2023 totaal verschillend van deze op het einde van de Tweede Wereldoorlog toen voor goud als dekking van de Amerikaanse dollar werd gekozen: de Amerikaanse hegemonie staat vandaag onder druk van vooral China. Om deze redenen is een terugkeer naar een of andere vorm van goudstandaard weinig waarschijnlijk, zo niet praktisch onmogelijk. Dit belet niet dat er regelmatig speculaties opduiken rond een nieuwe rol voor monetair goud. En, hoe dan ook, op lange termijn overtreft de vraag naar fysiek goud het aanbod. In de praktijk is fysiek goud als gevolg hiervan een van de beste beleggingen van de laatste vijftig jaar gebleken. Van januari 1971 tot en met oktober 2023 bedroeg het jaarlijks gemiddelde rendement 7,6%. Onderstaande grafiek illustreert dit.
3. Cryptomunten?
De herinvoering van goud als anker van het financieel stelsel heeft allerlei implicaties voor de manier waarop het monetair beleid wordt gevoerd, maar wijzigt de controlerende en monopolistische rol van de centrale banken niet. Dat is anders voor cryptomunten: digitaal geld dat los van enige tussenpersoon (financiële instelling of centrale bank) toelaat om financiële transacties uit te voeren. Volgens de voorstanders ervan5 bieden dergelijke munten die gebruik maken van de blockchain (geautomatiseerde dataopslag in opeenvolgende gegevensblokken die niet kunnen gewijzigd worden) en die privaat worden uitgegeven, belangrijke voordelen: de houder van cryptomunten beschikt over een grote vrijheid voor het uitvoeren van transacties wereldwijd, hij kan zijn cryptomunten gebruiken als waardeopslag, hij hoeft (voorlopig) geen regulering of toezicht te vrezen van een centraal controleorgaan, er zijn geen kosten voor het beheer van een bankrekening. Hiertegenover staan echter ook nadelen. Op de eerste plaats vreet het creëren en gebruiken van digitale munten enorme hoeveelheden energie; ze zijn weinig milieuvriendelijk. Daarnaast is het aantal cryptomunten niet gelimiteerd6, de schaalbaarheid van de digitale munt is beperkt, digitale munten zijn meestal niet gedekt door enig reëel actief, regelmatig gaan de toegangssleutels tot de digitale portefeuilles verloren (waardoor de erin opgeslagen digitale munten de facto verdwijnen), frauduleus gebruik is schering en inslag7 en ze zijn ‒ met uitzondering van El Salvador8 ‒ geen wettig betaalmiddel.
De invoering van de Bitcoin als wettig betaalmiddel in El Salvador gebeurde op 7 september 2021. Iedere meerderjarige inwoner kon een app downloaden (de Chivo) die fungeerde als portefeuille voor verrichtingen met Bitcoin. Als aanmoediging kreeg hij een Bitcoin tegoed met een tegenwaarde van 30 USD en kon hij kortingen krijgen op de aankoop van olieproducten mits hij deze met Bitcoin voldeed. De resultaten in de zes maanden na lancering overtuigen niet: 40% van de downloads van Chivo vond plaats in de eerste maand na zijn lancering; in de eerste paar maanden van 2022 waren er nauwelijks nog downloads. De gebruikers zijn hoger opgeleide mannen die beschikken over een smartphone en die actief bankieren (Alvarez, op. cit.). De doelgroep die de overheid met de introductie van de app wilde bereiken (het minder kapitaalkrachtig publiek dat wantrouwig staat tegenover banken) werd met uitzondering van de periode tot het gratis tegoed was opgebruikt, niet gevonden. De voorkeur voor bankbiljetten en de achterdocht met betrekking tot het mededelen van allerlei persoonlijke informatie bij de installatie van de app, zouden aan de basis liggen van het beperkte succes van de Chivo. Alvarez et al. besluiten dat de status van wettig betaalmiddel inclusief het toekennen van incentives niet volstaan om aan een cryptomunt een breed draagvlak te geven.

Een land als El Salvador dat sinds 2001 de Amerikaanse dollar als officiële munteenheid gebruikt, kon een digitale munt als de Bitcoin gemakkelijk invoeren. Het beschikt immers niet over een eigen nationale munteenheid, waardoor het niet geconfronteerd wordt met een van de grote nadelen ‒ vanuit het standpunt van een centrale bank ‒ van cryptomunten, met name het wegvallen van de seignorage-inkomsten.9 Voor de grote centrale banken zoals de ECB en de Fed is dat anders. Niet alleen verdwijnt het grootste deel van deze inkomsten, maar het gevaar bestaat dat indien een private digitale munt als de Bitcoin op grote schaal zou doorbreken, ze iedere controle over het financieel stelsel verliezen zodat ze niet langer in de mogelijkheid zijn om hun mandaat uit te voeren. Zoals hoger gesteld, zullen de grote centrale banken tegen iedere prijs hun monopoliepositie als de enige aanbieders van een wettig betaalmiddel op hun grondgebied verdedigen. Hierbij zullen ze op de steun van de wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht kunnen rekenen die er baat bij hebben dat deze monopoliepositie blijft bestaan onder meer voor de rechtstreekse en onrechtstreekse financiering van de overheid. Daarom is het onwaarschijnlijk dat private digitale munten zoals de Bitcoin kans maken om naast het fiatgeld een belangrijke rol te spelen. Private digitale munten zullen op de financiële markten verhandeld worden, maar op dezelfde manier als vandaag bv. edelmetalen, olie of graan.
4. Digitale munten uitgegeven door centrale banken (CBDC)
Het voorgaande betekent geenszins dat cryptomunten niet de interesse wekken van de grote centrale banken. Het tegendeel is waar. Een studie van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) naar de activiteiten van 81 centrale banken op het vlak van digitale munten, komt tot het besluit dat de aandacht voor digitale munten uitgegeven door centrale banken (central bank digital currencies - CBDC) nooit groter was dan in 2021. Twee derde van de bevraagde centrale banken overweegt of is van plan CBDC uit te geven, nadat de Bahama’s in 2020 en Nigeria in 2021 dat al deden en de Organisatie van Oostelijke Caribische Staten en China proefprojecten opstartten. In juni 2022 lanceerde Jamaica de eerste CBDC met de status van wettig betaalmiddel (de Jam-Dex).11 De interesse van centrale banken voor CBDC is intussen alleen maar toegenomen (zie verder).

De Fed definieert een CBDC als “a digital liability of a central bank that is widely available to the general public.”12 M.a.w. een digitale munt uitgegeven door een centrale bank die bedoeld is voor het brede publiek. Een CBDC zou in de plaats komen van bankbiljetten of zou naast deze bestaan. Boekhoudkundig zijn ze gelijkaardig: beide zijn verplichtingen die de Bank heeft ten overstaan van het publiek. Maar net zoals dat het geval is met bankbiljetten, is de veiligheid ervan groter dan die van digitale tegoeden bij commerciële banken: er zijn geen krediet- of liquiditeitsrisico’s. De waarde van één CBDC is gelijk aan de waarde van één fiatmunt uit het desbetreffende land/regio. De door de Fed gebruikte definitie van CBDC veronderstelt een directe band tussen de centrale banken en het brede publiek. Dat gezichtspunt komt echter niet overeen met de manier waarop zeven centrale banken (overigens, waaronder de Fed) en de BIB het gebruik van CBDC zien evolueren.13 In dit rapport stellen ze dat de invoering van CBDC slechts mogelijk is in het kader van een ruime publieke/privaatrechtelijke samenwerking waarin de commerciële financiële sector net zoals dat vandaag het geval is, in contact staat met het brede publiek en de centrale banken instaan voor regulering en toezicht.
De motieven voor het invoeren van CBDC zijn niet alleen het beschermen van de monopoliepositie van de grote centrale banken, maar betreffen ook het verbeteren van de financiële inclusie (het ter beschikking stellen van een modern betaalmiddel aan diegenen zonder bankrekening, iets wat vooral in opkomende landen een bekommernis is), het verhogen van de stabiliteit van het financieel stelsel, het vermijden van illegale transacties, het verlagen van de kosten voor kleinere bedrijven en het verbeteren van de accuraatheid van het monetair beleid.14
Maar CBDC creëren ook nieuwe financiële en andere risico’s. Een van de belangrijkste betreft het verlies aan privacy. Door het invoeren van CBDC kan een centrale bank toezien op het (betaal)gedrag van bedrijven en burgers. Het is geen toeval dat de People’s Bank of China (PBoC) einde 2022 in 23 grote steden de digitale munt (e-CNY) heeft ingevoerd.15 De e-CNY maakt deel uit van de monetaire basis van de PBoC en staat daarmee op dezelfde voet als bankbiljetten. Hij wordt in circulatie gebracht door geautoriseerde financiële instellingen, die hiervoor een beroep doen op aanbieders van betaaldiensten zoals telecom- en internetbedrijven (bijvoorbeeld China Mobile en Tencent). De graad van anonimiteit verschilt naargelang het bedrag dat via e-CNY wordt verhandeld. Er worden vijf categorieën onderscheiden waarbij voor categorie 1 geen beperkingen gelden, op voorwaarde dat volledige identificatie gebeurt, inclusief lijfelijke aanwezigheid bij het uitvoeren van de transactie. Categorie 5 daarentegen is beperkt tot maximum 500 RMB (ca. 70 EUR) per transactie en 10.000 RMB (ca. 1.400 EUR) op jaarbasis, maar geniet van volledige anonimiteit; het is zelfs niet nodig een naam op te geven (Duffie, op. cit., Table 2.1.). 
De PBoC omschrijft dit systeem van getrapte anonimiteit als “managed anonimity”: hoe hoger het bedrag van de transactie, hoe lager tot geen anonimiteit. Hoewel er overeenkomsten zijn met het gebruik van bankbiljetten voor het voldoen van handelstransacties (in de eurozone meestal beperkt tot 10.000 EUR per transactie; in België tot 3.000 EUR), is er één groot verschil. Bankbiljetten zijn anonieme dragers van vermogen. Een particulier kan er een groot bedrag van bezitten, zonder dat de centrale bank dat weet. Dit gegeven sluit misbruik niet uit (bv. betalen voor zwartwerk), maar is tegelijkertijd een waarborg dat een centrale bank haar machtspositie niet verkeerdelijk aanwendt. Een voorbeeld van dat laatste is het verzamelen van allerlei gegevens niet alleen over het betaalgedrag, maar ook over het sociaal profiel van de CBDC-bezitter. In China kent alleen de PBoC alle gegevens over initiator en begunstigde van een digitale transactie. In het kader van het Chinese ‘social credit system - SCS’ dat door de Chinese communistische partij als wenselijk beoordeeld gedrag bevoordeelt (bv. door gemakkelijker toelating te verlenen om naar het buitenland te reizen), ontvouwt de PBoC initiatieven om de toepassing van SCS in de bedrijfswereld meer performant te maken. Dat leidt ertoe dat almaar meer vragen worden gesteld over de transparantie van het SCS, zijn onpartijdigheid, en de mogelijkheid om het in te schakelen in het kader van het vergroten door de Chinese communistische partij van de politieke en sociale controle op bedrijf en individu (Duffie et al. op. cit., p. 39).
Op basis van de enquête van Kosse et al. (op. cit.) en het groeiende gebruik van CBDC onder meer in China, verwachten we dat CBDC de komende jaren een sterke verspreiding zullen kennen. Op dit ogenblik is het niet duidelijk welk technisch model prioritair zal worden (centraal, gedecentraliseerd, al of niet op basis van blockchain technologie), noch of ze uitsluitend zullen bestaan onder digitale vorm, dan wel ook onder fysieke vorm, bijvoorbeeld als bankkaarten met een digitaal tegoed. De grootste uitdaging voor hun invoering op grote schaal is de vraag in welke mate de privacy van de eindgebruikers zal worden gerespecteerd. Indien gekozen wordt voor het aanmaken van bedrijfs- en private rekeningen in de boekhouding van de centrale bank zelf, dan bestaat het risico dat van enige anonimiteit geen sprake is.
Zoals het opzet van de e-CNY aantoont, is het voor een centrale bank niet nodig om rechtstreeks de rekeningen van de eindgebruikers te beheren; de gegevens worden haar aangeleverd door de tussenpersonen waarbij individualisatie van gebruiker en verrichting vanaf een bepaald bedrag steeds mogelijk is. Rechtstreekse toegang tot het betaalgedrag van bedrijven en private personen komt met een aantal risico’s, die kunnen uitmonden in het sturen van het politieke en sociale gedrag van de CBDC-rekeninghouders. Denk aan iemand die overmatig alcohol consumeert en hierdoor een hogere kans op leverziekten loopt resulterend in hogere gezondheidskosten voor de overheid. Wanneer die persoon bv. in een bar een whisky bestelt, zou een autoritair regime in real time dan kunnen beslissen om de prijs ervan in functie van het drinkgedrag van de persoon in kwestie te verhogen of hem simpelweg de aankoop ervan te verbieden.16
Tenslotte, en minstens even belangrijk, faciliteert de invoering van een eigen cybermunt een centrale bank om een monetair beleid te voeren dat sterker sturend is dan vandaag het geval kan zijn. CBDC laten toe om sneller inzicht te verwerven in het geaggregeerde bestedingsgedrag van consumenten en bedrijven; de ontwikkeling ervan over de tijd wijst uit of consumptie en investeringen krimpen dan wel groeien. Een centrale bank is bijgevolg sneller in staat om ‒ indien nodig ‒ corrigerende monetaire maatregelen te treffen. Maar indien bankbiljetten worden afgeschaft, reiken de gevolgen van de invoering van CBDC nog veel verder. Vandaag ziet een centrale bank zich geconfronteerd met het probleem dat ze haar beleidsrente niet tot onder een bepaald percentage kan verlagen, zonder het risico te lopen dat consumenten en bedrijven (een deel van) hun bank- en spaarrekening omzetten in cash geld.17 Zo bankbiljetten niet langer bestaan, verdwijnt die moeilijkheid. Een centrale bank kan dan de digitale bank- en spaartegoeden zonder meer onderwerpen aan diep negatieve rentevoeten. De enige ‘ontsnappingsmogelijkheid’ die de rekeninghouder dan nog heeft, is zijn centen te spenderen. Dat is dan wellicht de bedoeling van de centrale bank, maar komt niet noodzakelijkerwijze overeen met de wensen van de rekeninghouder. Het spreekt vanzelf dat de invoering van CBDC met de bedoeling bank- en spaartegoeden onder volledige controle van de centrale bank te krijgen, een nefaste ontwikkeling is voor burger en bedrijf.
5. Tot slot
De toekomst van de centrale banken is meer dan ooit digitaal, zoals de verwachte, veralgemeende invoering van CBDC bevestigt. Dat sluit aan bij een ontwikkeling die sinds enkele decennia hun werking kenmerkt: een almaar verder doorgedreven informatisering uitmondend in het verzamelen van steeds meer data op de eerste plaats over financiële entiteiten. De implementatie van CBDC ‒ afhankelijk van de gekozen manier en van de ingebouwde veiligheden op het vlak van de privacy ‒ leidt tot potentieel disruptieve ontwikkelingen. Indien bedrijven en private personen de mogelijkheid krijgen om rechtstreeks bij hun centrale bank een rekening te openen, kan het bestaan van de commerciële bankensector in het gedrang komen: waarom zou iemand nog bankieren bij een commerciële bank als hij hetzelfde bij de centrale bank kan doen zonder enig risico te lopen? Het verdwijnen of op z’n minst krimpen van de private banksector, leidt tot een reeks problemen, bv. op het vlak van de kredietverlening. Is dat ook een taak die dan aan de centrale bank toekomt? Wellicht gaat het niet snel die richting uit (zie het hoger vermelde rapport van de zeven centrale banken en de BIB). De uitdagingen die private cryptomunten zoals de Bitcoin voor de centrale banken hebben gecreëerd, hebben deze echter verplicht over de gevolgen van het gebruik ervan na te denken en eigen (tegen)initiatieven te ontwikkelen. Deze eigen initiatieven kunnen het financieel stelsel hertekenen. De implicaties hiervan ‒ ook buiten het economisch-financiële ‒ gaan heel wat verder dan de impact dat het onconventioneel monetair beleid in de periode van 2008-2009 tot begin 2022 had. De spanning enerzijds tussen het recht op anonimiteit en privacy en anderzijds de mogelijkheden van CBDC, zal de komende jaren verder oplopen. Gelet op de voortrekkersrol van de PBoC, verwachten we dat de andere grote centrale banken snel gelijkaardige initiatieven zullen ontwikkelen: ook hier is sprake van een concurrentiestrijd. De ECB werkt aan modellen die de invoering van een digitale euro mogelijk maken.18 De Fed onderzoekt de introductie van een CBDC voor gebruik tussen financiële instellingen.19 De Bank of England (BoE)20, de Bank of Japan (BoJ)21 en de Zwitserse Nationale Bank (SNB) gaan eveneens de mogelijkheden na van de invoering van een eigen digitale munteenheid. De waarschijnlijkheid dat het financieel stelsel binnen vijf tot tien jaar hierdoor grondig wijzigt, is groot. De waarschijnlijkheid dat die transformatie ingrijpende, niet democratisch gesanctioneerde gevolgen heeft op maatschappelijk vlak, is een quasi-zekerheid.
Het voorgaande leidt tot de noodzaak de plaats van de centrale bank in een op democratische leest geschoeide maatschappij te herdefiniëren. Een van de belangrijkste vragen in dit verband is of een centrale bank moet ontsnappen aan iedere democratische controle voor wat betreft haar operationele werking. Het is ongetwijfeld zo dat politiek gestuurde monetaire beslissingen in het verleden soms grote schade hebben veroorzaakt. Maar moeten we toelaten dat een centrale bank op eigen houtje digitale munten invoert die het mogelijk maken het doen en laten van iedereen in kaart te brengen? De vraag stellen, is ze beantwoorden.
© FRD nv
November 2023
Voetnoten
1) Een bankbiljet is ook een schuld; het is een vordering op de uitgevende centrale bank. Het is echter een speciale schuld die geen afloopdatum heeft en die niet kan worden gerealiseerd.
2) ECB, ‘Consolidated balance sheet of the Eurosystem as at 31 December 2022’, https://www.ecb.europa.eu/pub/annual/balance/html/ecb.eurosystembalancesheet2022~4a2e481250.en.
3) Hetgeen uiteraard niet betekent dat deze dienstverlening per definitie effectief en efficiënt is...
4) World Gold Council (WGC), ‘Goldhub - Central Bank Holdings, 2019-2022’, London, 2022,https://www.gold.org/goldhub/data/gold-reserves-by-country#from-login=1. De WGC is de marketing-arm van de goudindustrie.
5) Saifedean Ammous, ‘The Bitcoin Standard. The Decentralized Alternative to Central Banking’, John Wiley & Sons, Hoboken (US), 2018, 285 p. Dit is slechts een van de talrijke boeken die aan digitale munten zijn gewijd.
6) Einde 2022 bestonden er volgens Coinmarketcap 9.023 cryptomunten met een totale tegenwaarde van 1,1 biljoen USD. De grootste cryptomunt naar marktkapitalisatie in USD was de Bitcoin met 476,5 miljard USD, hetzij 43,3% van de totale marktkapitalisatie. De kleinste digitale munt (de Adazoo) had een marktkapitalisatie van 13.031 USD (Coinmarketcap, ‘Today’s Cryptocurrency Prices by Market Cap’, New York, 2023, https://coinmarketcap.com).
7) De grootste verliezen treden op wanneer de digitale platformen waarop in cryptovaluta’s wordt gehandeld, worden gehackt (US Department of Justice, ‘Two Arrested for Alleged Conspiracy to Launder $4.5 Billion in Stolen Cryptocurrency’, Washington, 2022, https://www.justice.gov/opa/pr/two-arrested-alleged-conspiracylaunder-45-billion-stolen-cryptocurrency).
8) Fernando E. Alvarez et al., ‘Are Cryptocurrencies Currencies? Bitcoin as Legal Tender in El Salvador’, NBER Working Paper Series, no. 29968, April 2022, Cambridge (US), 2022, 52 p.
9) Seignorage-inkomsten zijn gelijk aan het verschil tussen de kosten die een centrale bank maakt voor het uitgeven van (digitale) bankbiljetten en de faciale waarde ervan.
10) Anneke Kosse et al., ‘Gaining Momentum - Results of the 2021 BIS Survey on Central Bank Digital Currencies’, BIS Papers, no. 125, May 2022, Basel, 2022, 25 p.
11) Bank of Jamaica, ‘Jamaica’s Central Bank Digital Currency (CBDC) - Jam-Dex’, 2022, https://boj.org.jm/corefunctions/currency/cbdc.
12) Board of Governors of the Federal Reserve System, ‘Central Bank Digital Currency - CBDC’, BoG, Washington, 2022, https://www.federalreserve.gov/central-bank-digital-currency.htm.
13) Bank of Canada et al., ‘Central Bank Digital Currencies: System Design and Interoperability. Report no. 2’, September 2021, BIS, Basel, 2021, 18 p.
14) Eswar Prasad, ‘A new Era for Money’, Finance & Development, September 2022, IMF, Washington, 2022, 6 p.
15) Darrell Duffie et al. (ed.), ’Digital Currencies. The US, China and the World at Crossroads’, Hoover Institution Press, Stanford (US), 2022, 227 p.
16) Dergelijke ingrepen in het persoonlijke leven zullen misschien op enige bijval kunnen rekenen van iedereen die niet overmatig alcohol consumeert. Maar waar ligt de grens? Wat bijvoorbeeld met betalingen in het kader van de verspreiding van politieke boodschappen die door de beleidsvoerders als incorrect worden beschouwd? Kortom, wanneer deze weg wordt bewandeld, is er geen zicht op het eindpunt. Een totalitaire samenleving is dan niet ver weg.
17) De ‘pijngrens’ ligt rond een negatieve rente van -1,5%.
18) Christine Lagarde, ‘Digital euro: a common European Project’, Video Address by Christine Lagarde, President of the ECB, to the ‘High Level Conference: Towards a legislative Framework enabling a Digital Euro for Citizens and Businesses’, Brussels, 7 November 2022, https://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2022/html/ecb.sp221107~dcc0cd8ed9.en.html.
19) Michelle Neil, ‘Advances in Digital Currency Experimentation’, Remarks at the Singapore FinTech Festival, Singapore, November 4, 2022, Federal Reserve Bank of New York, 2022, https://www.newyorkfed.org/newsevents/speeches/2022/nea221104.
20) BoE, ‘The Digital Pound’, London, 2022, https://www.bankofengland.co.uk/the-digital-pound.
21) BoJ, ‘The Bank of Japan's Approach to Central Bank Digital Currency’, Press Release, October 9, 2020, Tokyo, 2020, 19 p.
22) Romain Bairiswyl et al., ‘Retail CBDC Purposes and Risk Transfers to the Central Bank’, SNB Working Papers, 19/2021, Zürich, 2021, 29 p.
Waarschuwing en belangrijke juridische informatie. Het copyright van dit document berust bij FRD NV (FRD), eigenaar van het merk NEOREKA en van de NEOREKA website. Het is met de meeste zorg samengesteld, maar FRD geeft geen garantie op volledigheid en correctheid. FRD aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid zowel tegenover de gebruiker van dit document als tegenover iedere derde voor eventuele onjuistheden, fouten of vergissingen van welke aard ook. Het is op geen enkele manier toegelaten de in deze bijdrage verstrekte informatie voor andere doeleinden aan te wenden dan voor eigen gebruik, noch mag ze aan derden ter beschikking worden gesteld of gecommercialiseerd. Dit betekent dat het niet toegestaan is dit document of delen ervan op gelijk welke manier te kopiëren of te verspreiden. Dit document zet de lezer niet aan tot de aankoop van, inschrijving op, toetreding tot, aanvaarding van, ondertekening van of opening van enig financieel product of enige financiële dienst. De waarde van beleggingen kan fluctueren en wordt beïnvloed door veranderingen in een groot aantal factoren. De rendementsverwachtingen of in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar dienen louter ter illustratie. Veranderingen in wisselkoersen kunnen de waarde van beleggingen eveneens beïnvloeden, zowel in negatieve als in positieve zin. Anticiperende standpunten geven de relevante mening en de toekomstverwachting weer van FRD. De feitelijke ontwikkelingen en resultaten kunnen niettemin aanzienlijk afwijken van de verwachtingen, eveneens zowel in positieve als negatieve zin, van belangrijke meerwaarde tot totaal verlies. Brutoresultaten kunnen onderworpen zijn aan provisies, periodieke vergoedingen, lasten en taksen voor de belegger. Voor informatie hierover dient hij of zij de financiële instelling of belegginsonderneming van zijn of haar keuze te raadplegen. Dit document houdt geen enkele contractuele verbintenis in; het dient alleen ter informatie en verleent geen rechten.
